Dutch
Detailed Translations for pij from Dutch to English
pij:
-
de pij (geestelijk gewaad; habijt)
Translation Matrix for pij:
Noun | Related Translations | Other Translations |
habit | geestelijk gewaad; habijt; pij | bijzondere geaardheid; eigenaardigheid; gebruik; gewoonte; hebbelijkheid; kerkgewaad; liturgisch gewaad; merkwaardigheid; priesterlijk ambtsgewaad; traditie; usance; vreemdsoortigheid |