Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. pinnigheid:


Dutch

Detailed Translations for pinnigheid from Dutch to English

pinnigheid:

pinnigheid [znw.] nomen

  1. pinnigheid
    the sharpness; the cattishness; the bittyness

Translation Matrix for pinnigheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
bittyness pinnigheid bitsigheid
cattishness pinnigheid bitsigheid
sharpness pinnigheid adremheid; bijdehandheid; bijterigheid; geslepenheid; gevatheid; gewiekstheid; in vorm zijn; puntig zijn; puntigheid; scherpheid; scherpte; scherpzinnigheid; schranderheid; snedigheid; spitsheid; spitsvondigheid