Summary
Dutch
Detailed Translations for pleisterden from Dutch to English
pleisteren:
-
pleisteren (van pleister voorzien; bepleisteren)
Conjugations for pleisteren:
o.t.t.
- pleister
- pleistert
- pleistert
- pleisteren
- pleisteren
- pleisteren
o.v.t.
- pleisterde
- pleisterde
- pleisterde
- pleisterden
- pleisterden
- pleisterden
v.t.t.
- heb gepleisterd
- hebt gepleisterd
- heeft gepleisterd
- hebben gepleisterd
- hebben gepleisterd
- hebben gepleisterd
v.v.t.
- had gepleisterd
- had gepleisterd
- had gepleisterd
- hadden gepleisterd
- hadden gepleisterd
- hadden gepleisterd
o.t.t.t.
- zal pleisteren
- zult pleisteren
- zal pleisteren
- zullen pleisteren
- zullen pleisteren
- zullen pleisteren
o.v.t.t.
- zou pleisteren
- zou pleisteren
- zou pleisteren
- zouden pleisteren
- zouden pleisteren
- zouden pleisteren
diversen
- pleister!
- pleistert!
- gepleisterd
- pleisterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for pleisteren:
Noun | Related Translations | Other Translations |
plaster | bik; gips; gruis; hechtpleister; kleefpleister; macadam; metselspecie; mortel; pleister; puin; split; steengruis; steenslag; stuc | |
stucco | pleister; stuc | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
parget | bepleisteren; pleisteren; van pleister voorzien | |
plaster | bepleisteren; pleisteren; van pleister voorzien | bekladden; bemorsen; besmeren; bevlekken; bevuilen; stukadoren |
stucco | bepleisteren; pleisteren; van pleister voorzien |
Related Words for "pleisteren":
Wiktionary Translations for pleisteren:
pleisteren
Cross Translation:
verb
-
iets met kalkspecie of gips bestrijken
- pleisteren → plaster
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• pleisteren | → accept; receive; accredit; admit; clothe; dress; fit; suit; array; attire; cover; overlay; lag; plate; protect; coat; back; put on; apply; plaster; stucco | ↔ revêtir — pourvoir de vêtements quelqu’un qui en a besoin. |