Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. presidenten:
  2. president:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for presidenten from Dutch to English

presidenten:

presidenten [de ~] nomen, plural

  1. de presidenten (voorzitters)
    the chairmen; the presidents
  2. de presidenten (staatshoofden van republieken)
    the presidents; the head of state

Translation Matrix for presidenten:

NounRelated TranslationsOther Translations
chairmen presidenten; voorzitters
head of state presidenten; staatshoofden van republieken staatshoofd
presidents presidenten; staatshoofden van republieken; voorzitters

Related Words for "presidenten":


presidenten form of president:

president [de ~ (m)] nomen

  1. de president
    the president; the chairman

Translation Matrix for president:

NounRelated TranslationsOther Translations
chairman president bestuurder; kopstuk; manager; voorzitter
president president bestuurder; kopstuk; manager; voorzitter

Related Words for "president":


Related Definitions for "president":

  1. hoofd van een republiek1
    • de president van de Verenigde Staten1
  2. voorzitter van een vergadering1
    • de president opende de zitting1

Wiktionary Translations for president:

president
noun
  1. het staatshoofd van een republiek
president
noun
  1. The head of state of a republic