Dutch

Detailed Translations for rank from Dutch to English

rank:

rank [de ~] nomen

  1. de rank (uitloper)
    the offshoot; the tendril
  2. de rank (ranken)
    the tendril; the tendrils
  3. de rank
    the vine
    – a plant with a weak stem that derives support from climbing, twining, or creeping along a surface 1
    • vine [the ~] nomen

rank adj

  1. rank (wankel; wankelend; wankelbaar; los; onvast)
  2. rank (dun van gestalte; mager)
  3. rank (fijngebouwd; slank; dun; tenger; fijn)
    slender
    – being of delicate or slender build 1
    • slender adj
      • she was slender as a willow shoot is slender1
    thin
    – of relatively small extent from one surface to the opposite or in cross section 1
    • thin adj
      • thin wire1
      • a thin chiffon blouse1
      • a thin book1
      • a thin layer of paint1
    petite
    – very small 1
    • petite adj
      • her petite figure1

Translation Matrix for rank:

NounRelated TranslationsOther Translations
offshoot rank; uitloper
staggering gesteiger
tendril rank; ranken; uitloper
tendrils rank; ranken
tottering wankeling
vine rank
VerbRelated TranslationsOther Translations
thin decimeren; dunnen; minder talrijk maken
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
delicate dun; fijn; fijngebouwd; rank; slank; tenger breekbaar; broos; delicaat; fijn; fijn van smaak; fijne; fijngevoelig; fijnzinnig; fragiel; frèle; hachelijk; heerlijk van eten; iel; kritiek; kwetsbaar; lastig; lichtgebouwd; netelig; niet schikkend; penibel; precair; slank en smal; storend; teder; teer; teerbesnaard; teergevoelig; tenger; zwak
petite dun; fijn; fijngebouwd; rank; slank; tenger elegant; gracieus; sierlijk
rickety los; onvast; rank; wankel; wankelbaar; wankelend gammel; krakkemikkig; wankel; wrak; zwak
slender dun; dun van gestalte; fijn; fijngebouwd; mager; rank; slank; tenger mager; slank; spichtig; sprieterig; tenger
staggering los; onvast; rank; wankel; wankelbaar; wankelend waggelend
tottering los; onvast; rank; wankel; wankelbaar; wankelend waggelend
unsettled los; onvast; rank; wankel; wankelbaar; wankelend onbeslist; onbestendig; onuitgemaakt; veranderlijk; wisselvallig
unstable los; onvast; rank; wankel; wankelbaar; wankelend gedesequilibreerd; grillig; inconsistent; insolide; nukkig; onberekenbaar; onevenwichtig; onstabiel; onvoorspelbaar; onzeker; variabel; variërend; veranderlijk; wankel evenwicht; wiebelend; wiebelig; wispelturig; wisselend; wisselvallig
ModifierRelated TranslationsOther Translations
slender of figure dun van gestalte; mager; rank
small-boned dun; fijn; fijngebouwd; rank; slank; tenger
thin dun; fijn; fijngebouwd; rank; slank; tenger berooid; dun; geen vet op de botten hebbende; iel; karig; mager; pover; schraal; schriel
toddling los; onvast; rank; wankel; wankelbaar; wankelend waggelend
waddling los; onvast; rank; wankel; wankelbaar; wankelend waggelend

Related Words for "rank":


Wiktionary Translations for rank:

rank
noun
  1. a thin, spirally coiling stem

Cross Translation:
FromToVia
rank tendril vrille — Pousse filiforme d’une plante grimpante