Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. reces:


Dutch

Detailed Translations for recessen from Dutch to English

reces:

reces [het ~] nomen

  1. het reces
    the recess

Translation Matrix for reces:

NounRelated TranslationsOther Translations
recess reces bekorting; besnoeiing; besparing; bezuiniging; inkrimping; kloof; kostenbesparing; onderbreking; opening; pauze; rustpauze; spleet; tussenpoos; tussenruimte; uitsparing; verkorting; verpozing

Related Words for "reces":

  • recessen

External Machine Translations: