Dutch
Detailed Translations for recht maken from Dutch to English
recht maken:
-
recht maken
to straighten
Conjugations for recht maken:
o.t.t.
- maak recht
- maakt recht
- maakt recht
- maken recht
- maken recht
- maken recht
o.v.t.
- maakte recht
- maakte recht
- maakte recht
- maakten recht
- maakten recht
- maakten recht
v.t.t.
- heb recht gemaakt
- hebt recht gemaakt
- heeft recht gemaakt
- hebben recht gemaakt
- hebben recht gemaakt
- hebben recht gemaakt
v.v.t.
- had recht gemaakt
- had recht gemaakt
- had recht gemaakt
- hadden recht gemaakt
- hadden recht gemaakt
- hadden recht gemaakt
o.t.t.t.
- zal recht maken
- zult recht maken
- zal recht maken
- zullen recht maken
- zullen recht maken
- zullen recht maken
o.v.t.t.
- zou recht maken
- zou recht maken
- zou recht maken
- zouden recht maken
- zouden recht maken
- zouden recht maken
en verder
- is recht gemaakt
- zijn recht gemaakt
diversen
- maak recht!
- maakt recht!
- recht gemaakt
- recht makend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for recht maken:
Verb | Related Translations | Other Translations |
straighten | recht maken | rechtbuigen |