Home ->Dictionaries ->Dutch/English ->Translate rectors

Translate rectors from Dutch to English

Summary

Dutch to English: more detail...

rectors:
- principals; headmasters
rector:
- principal; rector; head teacher
Wiktionary:
- rector → principal

Dutch

Detailed Translations for rectors from Dutch to English

rectors:

rectors [de ~] nomen, plural

de rectors
the principals; the headmasters
- principals [the ~] nomen
- headmasters [the ~] nomen

Translation Matrix for rectors:

Noun	Related Translations	Other Translations
headmasters	rectors	rectoren; rectores; schoolhoofden
principals	rectors	directeuren; directeurs; hoofdmannen; lastgevers; leiders; opperhoofden; rectoren; rectores; schoolhoofden

Related Words for "rectors":

rector

rectors form of rector:

rector [de ~ (m)] nomen

de rector (schoolhoofd; schooldirecteur; hoofd; hoofdonderwijzer)
the principal; the rector; the head teacher
- principal [the ~] nomen
- rector [the ~] nomen
- head teacher [the ~] nomen

Translation Matrix for rector:

Noun	Related Translations	Other Translations
head teacher	hoofd; hoofdonderwijzer; rector; schooldirecteur; schoolhoofd
principal	hoofd; hoofdonderwijzer; rector; schooldirecteur; schoolhoofd	baas; beveiligingsprincipal; directrice; hoofdschuldige; lastgever; meerdere; meester; opdrachtgever; opdrachtgevers; patroon; principal; superieur
rector	hoofd; hoofdonderwijzer; rector; schooldirecteur; schoolhoofd
Adjective	Related Translations	Other Translations
principal		cruciaal; hoofd; kardinaal; voornaamst; voornaamste

Related Words for "rector":

rectoren, rectors

Wiktionary Translations for rector:

rector

noun

The principal administrator of a school
- principal → schoolhoofd; rector