Summary
Dutch
Detailed Translations for repliek from Dutch to English
repliek:
-
de repliek (weerwoord; reactie; antwoord; retort; beantwoording; bescheid)
-
de repliek (verweerschrift; bezwaar; verdedigingsakte; verweer)
Translation Matrix for repliek:
Noun | Related Translations | Other Translations |
answer | antwoord; beantwoording; bescheid; reactie; repliek; retort; weerwoord | antwoord; oplossing; rekenopgave; rekensom; uitkomst |
counter-plea | bezwaar; repliek; verdedigingsakte; verweer; verweerschrift | |
objection | bezwaar; repliek; verdedigingsakte; verweer; verweerschrift | bedenking; bezwaar; opwerping; protest; tegenspraak; tegenwerping; verzet |
reaction | antwoord; beantwoording; bescheid; reactie; repliek; retort; weerwoord | tegenbeweging; tegenovergestelde beweging |
reply | antwoord; beantwoording; bescheid; reactie; repliek; retort; weerwoord | |
response | antwoord; beantwoording; bescheid; reactie; repliek; retort; weerwoord | antwoord; respons |
retort | antwoord; beantwoording; bescheid; reactie; repliek; retort; weerwoord | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
answer | antwoorden; beantwoorden; reageren; responderen | |
reply | antwoorden; beantwoorden; reageren; responderen | |
retort | de bal terugkaatsen; met gelijke munt terugbetalen; vergelden |