Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. ruw worden:


Dutch

Detailed Translations for ruw worden from Dutch to English

ruw worden:

ruw worden verb (word ruw, wordt ruw, werd ruw, werden ruw, ruw geworden)

  1. ruw worden (verruwen)
    to roughen; to coarsen; to get rough
    • roughen verb (roughens, roughened, roughening)
    • coarsen verb (coarsens, coarsened, coarsening)
    • get rough verb (gets rough, got rough, getting rough)

Conjugations for ruw worden:

o.t.t.
  1. word ruw
  2. wordt ruw
  3. wordt ruw
  4. worden ruw
  5. worden ruw
  6. worden ruw
o.v.t.
  1. werd ruw
  2. werd ruw
  3. werd ruw
  4. werden ruw
  5. werden ruw
  6. werden ruw
v.t.t.
  1. ben ruw geworden
  2. bent ruw geworden
  3. is ruw geworden
  4. zijn ruw geworden
  5. zijn ruw geworden
  6. zijn ruw geworden
v.v.t.
  1. was ruw geworden
  2. was ruw geworden
  3. was ruw geworden
  4. waren ruw geworden
  5. waren ruw geworden
  6. waren ruw geworden
o.t.t.t.
  1. zal ruw worden
  2. zult ruw worden
  3. zal ruw worden
  4. zullen ruw worden
  5. zullen ruw worden
  6. zullen ruw worden
o.v.t.t.
  1. zou ruw worden
  2. zou ruw worden
  3. zou ruw worden
  4. zouden ruw worden
  5. zouden ruw worden
  6. zouden ruw worden
diversen
  1. word ruw!
  2. wordt ruw!
  3. ruw geworden
  4. ruw wordend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for ruw worden:

VerbRelated TranslationsOther Translations
coarsen ruw worden; verruwen
get rough ruw worden; verruwen
roughen ruw worden; verruwen

Related Translations for ruw worden