Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. schatting:
  2. Wiktionary:
  3. User Contributed Translations for schatting:
    • approximation, approximate, assesment


Dutch

Detailed Translations for schatting from Dutch to English

schatting:

schatting [de ~ (v)] nomen

  1. de schatting (taxatie; waardebepaling; waardeschatting; raming)
    the estimation; the valuation; the estimate; the appraisal; the assessment

Translation Matrix for schatting:

NounRelated TranslationsOther Translations
appraisal raming; schatting; taxatie; waardebepaling; waardeschatting beoordeling; expertise
assessment raming; schatting; taxatie; waardebepaling; waardeschatting beoordeling; controle van de kennis; expertise; inschatting
estimate raming; schatting; taxatie; waardebepaling; waardeschatting becijfering; berekening; calculatie; gissing; inschatting; offerte; prijsopgave
estimation raming; schatting; taxatie; waardebepaling; waardeschatting achting; becijfering; berekening; calculatie; eerbied; eerbiediging; gissing; hoogachting; inschatting; respect
valuation raming; schatting; taxatie; waardebepaling; waardeschatting
VerbRelated TranslationsOther Translations
estimate afwegen; begroten; bepalen; beramen; berekenen; gissen; gissing maken; inschatten; raden; ramen; schatten; taxeren

Related Words for "schatting":

  • schattingen

Wiktionary Translations for schatting:

schatting
noun
  1. een statistische methode
schatting
noun
  1. estimation
  2. rough calculation or guess
  3. imprecise solution
  4. judgement
  5. approximate size or amount

Cross Translation:
FromToVia
schatting census ZensusDemographie: Erhebung demographischer Daten
schatting appreciation; assessment; assay; judgement; rating appréciationaction d’apprécier.