Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. schoorbalk:


Dutch

Detailed Translations for schoorbalk from Dutch to English

schoorbalk:

schoorbalk [de ~ (m)] nomen

  1. de schoorbalk (steunbalk; stutbalk; schuinse steunbalk)
    the joist; the supporting beam; the support; the prop; the buttress

Translation Matrix for schoorbalk:

NounRelated TranslationsOther Translations
buttress schoorbalk; schuinse steunbalk; steunbalk; stutbalk draagbalk; latei; ligger; schraagpijler; steunbalk; steunbeer; stut; stutbalk
joist schoorbalk; schuinse steunbalk; steunbalk; stutbalk draagbalk; latei; ligger; steunbalk; stutbalk
prop schoorbalk; schuinse steunbalk; steunbalk; stutbalk schoor; schraag
support schoorbalk; schuinse steunbalk; steunbalk; stutbalk aanhangen; aanmoedigen; aanmoediging; aansporen; aansporing; aanvuren; assistentie; bijstand; dienst; dienstbetoon; driepoot; gunst; houvast; hulpbetoon; kost; medewerking; onderbouwing; onderhoud; onderhoudsgeld; onderstel; ondersteuning; opwekking; poot; rugsteun; schraagpijler; sokkel; staander; steun; stimulans; stimuleren; stut; support; toejuichen; voedsel; voet; voetstuk; zuilvoet
supporting beam schoorbalk; schuinse steunbalk; steunbalk; stutbalk draagbalk; latei; ligger; steunbalk; stutbalk
VerbRelated TranslationsOther Translations
prop dragen; ondersteunen; schoren; schragen; steunen; stutten
support aanmoedigen; activeren; behouden; bekrachtigen; bevestigen; bezegelen; bezielen; bijspringen; bijvallen; dragen; financieel steunen; financieren; goedkeuren; homologeren; in stand houden; instemmen; meehelpen; met palen stutten; onderhouden; ondersteunen; oppeppen; opwekken; rugsteunen; schoren; schragen; steunen; stimuleren; stutten; van mening zijn; voorstaan

Related Words for "schoorbalk":