Dutch
Detailed Translations for signeer from Dutch to English
signeren:
-
signeren (ondertekenen; tekenen)
Conjugations for signeren:
o.t.t.
- signeer
- signeert
- signeert
- signeren
- signeren
- signeren
o.v.t.
- signeerde
- signeerde
- signeerde
- signeerden
- signeerden
- signeerden
v.t.t.
- heb gesigneerd
- hebt gesigneerd
- heeft gesigneerd
- hebben gesigneerd
- hebben gesigneerd
- hebben gesigneerd
v.v.t.
- had gesigneerd
- had gesigneerd
- had gesigneerd
- hadden gesigneerd
- hadden gesigneerd
- hadden gesigneerd
o.t.t.t.
- zal signeren
- zult signeren
- zal signeren
- zullen signeren
- zullen signeren
- zullen signeren
o.v.t.t.
- zou signeren
- zou signeren
- zou signeren
- zouden signeren
- zouden signeren
- zouden signeren
en verder
- ben gesigneerd
- bent gesigneerd
- is gesigneerd
- zijn gesigneerd
- zijn gesigneerd
- zijn gesigneerd
diversen
- signeer!
- signeert!
- gesigneerd
- signerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for signeren:
Noun | Related Translations | Other Translations |
sign | aanwijzing; bordje; fenomeen; indicatie; prikbord; sein; signaal; sterrenbeeld; symptoom; teken; uithangbord; verschijnsel; wenk | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
sign | ondertekenen; signeren; tekenen | ondertekenen |