Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. snoerspoel:


Dutch

Detailed Translations for snoerspoel from Dutch to English

snoerspoel:

snoerspoel [znw.] nomen

  1. snoerspoel
    the coil; the spool; the bobbin; the quill

Translation Matrix for snoerspoel:

NounRelated TranslationsOther Translations
bobbin snoerspoel garenklos; haspel; klos; klos waarop garen gewonden wordt; klosje; spinklos; spinspoel; spoel; werktuig om garen te winden; winder; winding
coil snoerspoel draai; haspel; kink; klos; knoop; kronkel; lus; lusvormige kromming; spiraal; spoel; werktuig om garen te winden; winder; winding
quill snoerspoel pennenschacht
spool snoerspoel haspel; klos; klos waarop garen gewonden wordt; spinklos; spinspoel; spoel; werktuig om garen te winden; winder; winding
VerbRelated TranslationsOther Translations
coil in kringetjes ronddraaien; kringelen