Interglot - "soeverein" translated from Dutch to English

Summary

Dutch to English: more detail...

soeverein:
- sovereign
- monarch; sovereign; ruler; mister; gent; lord; master; king; absolute monarch; absolute sovereign
Wiktionary:
- soeverein → liege
- soeverein → sovereign
- soeverein → sovereign, of paramount importance, predominating, dominant, predominant

Dutch

Detailed Translations for soeverein from Dutch to English

de soeverein (majesteit; vorst)
the monarch; the sovereign; the ruler
- monarch [the ~] nomen
- sovereign [the ~] nomen
- ruler [the ~] nomen
de soeverein (heerser; heer; machthebber)
the mister; the gent; the lord; the ruler; the master; the king
- mister [the ~] nomen
- gent [the ~] nomen
- lord [the ~] nomen
- ruler [the ~] nomen
- master [the ~] nomen
- king [the ~] nomen
de soeverein (monarch; koning; heerser; vorst)
the monarch; the king
- monarch [the ~] nomen
- king [the ~] nomen
de soeverein (alleenheerser)
the absolute monarch; the absolute sovereign
- absolute monarch [the ~] nomen
- absolute sovereign [the ~] nomen

Noun	Related Translations	Other Translations
absolute monarch	alleenheerser; soeverein
absolute sovereign	alleenheerser; soeverein
gent	heer; heerser; machthebber; soeverein	gast; gozer; kerel; knakker; knul; man; vent
king	heer; heerser; koning; machthebber; monarch; soeverein; vorst
lord	heer; heerser; machthebber; soeverein	baas; beheerser; bevelhebber; gebieder; landsheer; meester
master	heer; heerser; machthebber; soeverein	baas; commandant; deken van een gilde; docent; gezagvoerder; gildenmeester; instructeur; kampioen; kapitein; landsheer; leerkracht; leermeester; leraar; leraar op basisschool; maestro; magister; meerdere; meester; model; onderwijzer; patroon; pedant; scheepsgezagvoerder; scheepskapitein; schipper; schoolmeester; superieur
mister	heer; heerser; machthebber; soeverein	gast; gozer; kerel; knakker; knul; man; vent
monarch	heerser; koning; majesteit; monarch; soeverein; vorst
ruler	heer; heerser; machthebber; majesteit; soeverein; vorst	autoriteit; baas; beheerser; bevelhebber; gebieder; gezagsorgaan; instantie; liniaal; meester; overheerser; overweldiger; regeerder
sovereign	majesteit; soeverein; vorst	vorstin
Verb	Related Translations	Other Translations
master		aanwennen; eigenmaken; gewend raken; leren; overwinnen; te boven komen; verslaan; winnen
Adjective	Related Translations	Other Translations
sovereign	soeverein
Modifier	Related Translations	Other Translations
lord		jeetje

soeverein

noun

A free and independent person; a lord paramount; a sovereign
- liege → soeverein; leenheer

adjective

Cross Translation:

From	To	Via
• soeverein	→ sovereign	↔ Souverän — Herrscher, der uneingeschränkte Macht über ein Land hat
• soeverein	→ sovereign; of paramount importance; predominating; dominant; predominant	↔ souverain — Qui est suprême ; excellent ; qui est au plus haut point en son genre.