Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. spanwijdte:


Dutch

Detailed Translations for spanwijdte from Dutch to English

spanwijdte:

spanwijdte [de ~ (v)] nomen

  1. de spanwijdte
    the span; the width

Translation Matrix for spanwijdte:

NounRelated TranslationsOther Translations
span spanwijdte spanbreedte
width spanwijdte afstand; breedheid; breedte; distantie; eindpunt; spanbreedte; wijdte
VerbRelated TranslationsOther Translations
span met gespannen voorwerp omsluiten; omspannen; overspannen

Related Words for "spanwijdte":

  • spanwijdten, spanwijdtes