Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. speeltijd:


Dutch

Detailed Translations for speeltijd from Dutch to English

speeltijd:

speeltijd [de ~ (m)] nomen

  1. de speeltijd (tijd bestemd voor spelen)
    the playtime

Translation Matrix for speeltijd:

NounRelated TranslationsOther Translations
playtime speeltijd; tijd bestemd voor spelen speelduur; speelkwartier; speeluur; wedstrijdduur

Related Words for "speeltijd":

  • speeltijden