Home ->Dictionaries ->Dutch/English ->Translate spiegel

Translate spiegel from Dutch to English

Summary

Dutch to English: more detail...

spiegel:
- mirror; looking glass; reflector; glass
Wiktionary:
- spiegel → mirror
- spiegel → mirror, looking glass

Dutch

Detailed Translations for spiegel from Dutch to English

spiegel:

spiegel [de ~ (m)] nomen

de spiegel
the mirror; the looking glass; the reflector; the glass
- mirror [the ~] nomen
- looking glass [the ~] nomen
- reflector [the ~] nomen
- glass [the ~] nomen

Translation Matrix for spiegel:

Noun	Related Translations	Other Translations
glass	spiegel	drinkglas; glas; glasservies; glaswaar; glaswerk; glazen pul; glazen venster; lampenglas
looking glass	spiegel
mirror	spiegel
reflector	spiegel	reflector; spiegeltelescoop
Verb	Related Translations	Other Translations
mirror		afspiegelen; reflecteren; terugkaatsen; weerkaatsen; weerschijnen; weerspiegelen
Modifier	Related Translations	Other Translations
glass		glazen

Related Words for "spiegel":

spiegelen, spiegels, spiegeltje, spiegeltjes

Related Definitions for "spiegel":

plat glas met zilverkleurige laag dat het beeld weerkaatst¹
- ik zag in de spiegel dat mijn haar niet goed zat¹

Wiktionary Translations for spiegel:

spiegel

noun

smooth reflecting surface
- mirror → spiegel

Cross Translation:

From	To	Via
• spiegel	→ mirror; looking glass	↔ miroir — Glace de verre ou de cristal étamée, ou métal poli

¹Muiswerk Woordenboek