Dutch
Detailed Translations for staking from Dutch to English
staking:
-
de staking (werkstaking)
-
de staking (staken; gestaak; werkonderbreking)
-
de staking
Translation Matrix for staking:
Noun | Related Translations | Other Translations |
strike | gestaak; staken; staking; werkonderbreking; werkstaking | aanboren; opvallen |
walkout | gestaak; staken; staking; werkonderbreking; werkstaking | |
work stoppage | gestaak; staken; staking; werkonderbreking | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
strike | aansteken; beroeren; doen branden; een klap geven; frapperen; grijpen; het werk neerleggen als protest; in staking gaan; in staking zijn; ontroeren; ontsteken; opblinken; oppoetsen; opwrijven; poetsen; raken; slaan; staken; toeslaan; treffen; vuur maken; werkonderbreken; wrijven |