Noun | Related Translations | Other Translations |
hold
|
|
bak; barrel; beetnemen; beetpakken; emmer; fust; greep; houdgreep; kuip; pot; scheepsruim; teil; ton; vastpakken; vat
|
preserve
|
|
geconserveerd voedsel; inmaak; jam
|
Verb | Related Translations | Other Translations |
hang on
|
handhaven; stand houden
|
ergens aan hangen; ophangen
|
hold
|
handhaven; stand houden
|
aanhouden; arresteren; beethouden; beseffen; doorzien; gevangennemen; in de cel zetten; inrekenen; inzien; niet laten gaan; onderkennen; oppakken; opsluiten; realiseren; vasthouden; vastzetten; wachten
|
maintain
|
handhaven; stand houden
|
behouden; blijven hangen; conserveren; financieel steunen; in stand houden; instandhouden; onderhouden; vast blijven hangen
|
preserve
|
handhaven; stand houden
|
balsemen; behoeden; behouden; beschermen; bescherming bieden; beschutten; bewaren; conserveren; in blik conserveren; inbalsemen; inblikken; inleggen; inmaken; instandhouden; verduurzamen
|
stand by
|
handhaven; stand houden
|
|
stand firm
|
handhaven; stand houden
|
standhouden; vaststaan; zich staande houden
|
uphold
|
handhaven; stand houden
|
bekrachtigen; bestempelen; bevestigen; bezegelen; certificeren; goedkeuren; homologeren; merken; waarmerken
|