Dutch
Detailed Translations for stekken from Dutch to English
stekken:
-
stekken
slip plants-
slip plants verb
-
Conjugations for stekken:
o.t.t.
- stek
- stekt
- stekt
- stekken
- stekken
- stekken
o.v.t.
- stekte
- stekte
- stekte
- stekten
- stekten
- stekten
v.t.t.
- heb gestekt
- hebt gestekt
- heeft gestekt
- hebben gestekt
- hebben gestekt
- hebben gestekt
v.v.t.
- had gestekt
- had gestekt
- had gestekt
- hadden gestekt
- hadden gestekt
- hadden gestekt
o.t.t.t.
- zal stekken
- zult stekken
- zal stekken
- zullen stekken
- zullen stekken
- zullen stekken
o.v.t.t.
- zou stekken
- zou stekken
- zou stekken
- zouden stekken
- zouden stekken
- zouden stekken
en verder
- ben gestekt
- bent gestekt
- is gestekt
- zijn gestekt
- zijn gestekt
- zijn gestekt
diversen
- stek!
- stekt!
- gestekt
- stekkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for stekken:
Noun | Related Translations | Other Translations |
cuttings | scheuten; schoten; spruiten; stekken | doorsneden; doorsnedes; doorsnijdingen; knipsels; snippers; snoei; spaanders |
shoots | scheuten; schoten; spruiten; stekken | |
sprigs | scheuten; schoten; spruiten; stekken | knoppen; nieuwe twijgen; rijshout; scheuten; uitlopers |
Verb | Related Translations | Other Translations |
slip plants | stekken |
Related Words for "stekken":
stek:
-
de stek (schuilplaats; toevluchtsoord; toevlucht; schuilkelder; schuilhoek; wijkplaats)
the refuge; the underground shelter; the shelter; the port of distress; the asylum; the hiding place; the lurking-place; the free port; the safety zone; the haven of refuge; the port of refuge -
de stek (plantestekje; spruit; scheut; jonge plant; schoot)