Home
Dictionaries
Word Fun
About
Feedback
In English
Home
->
Dictionaries
->
Dutch/English
->Translate titels
Translate
titels
from Dutch to English
Search
Remove Ads
Summary
Dutch to English:
more detail...
titel:
title
;
dignity
;
beginning of a letter
;
beginning
;
heading
;
caption
;
claim
;
legal ground
;
ownership
;
legal title
;
demand
Wiktionary:
titel →
title
,
caption
titel →
title
Dutch
Detailed Translations for
titels
from Dutch to English
titel:
titel
[
de ~ (m)
]
nomen
de titel
(
waardigheidstitel
)
the
title
;
the
dignity
title
[
the ~
]
nomen
dignity
[
the ~
]
nomen
de titel
(
aanhef
;
hoofd
)
the
beginning of a letter
;
the
beginning
beginning of a letter
[
the ~
]
nomen
beginning
[
the ~
]
nomen
de titel
(
opschrift
)
the
heading
;
the
title
;
the
caption
heading
[
the ~
]
nomen
title
[
the ~
]
nomen
caption
[
the ~
]
nomen
de titel
(
boektitel
)
the
title
title
[
the ~
]
nomen
de titel
(
rechtstitel
;
aanspraak
;
rechtsgrond
;
recht
)
the
claim
;
the
title
;
the
legal ground
;
the
ownership
;
the
legal title
;
the
demand
claim
[
the ~
]
nomen
title
[
the ~
]
nomen
legal ground
[
the ~
]
nomen
ownership
[
the ~
]
nomen
legal title
[
the ~
]
nomen
demand
[
the ~
]
nomen
de titel
the
title
– On a DVD, typically, the largest unit of content, such as a movie or TV program, is called a title. There is not a consistent standard across all DVDs and because of this, a DVD can contain one or more titles.
1
title
[
the ~
]
nomen
Translation Matrix for titel:
Noun
Related Translations
Other Translations
beginning
aanhef
;
hoofd
;
titel
aanheffen
;
aansnijden
;
aanvang
;
aanvangen
;
begin
;
beginne
;
beginnen
;
entameren
;
inzet
;
inzetten
;
opening
;
start
beginning of a letter
aanhef
;
hoofd
;
titel
caption
opschrift
;
titel
bijschrift
;
legenda
;
onderschrift
;
randschrift
;
tekst van bijschrift
;
titelbalk
claim
aanspraak
;
recht
;
rechtsgrond
;
rechtstitel
;
titel
aanspraak maken op
;
beweren
;
claim
;
eis
;
eis tot schadevergoeding
;
opvragen
;
opvraging
;
rechtsvordering
;
schadeclaim
;
schadevordering
;
schuldvordering
;
vordering
;
vraag
demand
aanspraak
;
recht
;
rechtsgrond
;
rechtstitel
;
titel
aanmaning
;
aansporing tot plicht
;
claim
;
eis
;
herinnering
;
vordering
;
vraag
dignity
titel
;
waardigheidstitel
waardigheid
heading
opschrift
;
titel
aansturing
;
hoofden
;
koppen
;
richting
legal ground
aanspraak
;
recht
;
rechtsgrond
;
rechtstitel
;
titel
legal title
aanspraak
;
recht
;
rechtsgrond
;
rechtstitel
;
titel
ownership
aanspraak
;
recht
;
rechtsgrond
;
rechtstitel
;
titel
bezit
;
bezittingen
;
eigendom
;
eigendom van goederen
;
goederen
;
have
title
aanspraak
;
boektitel
;
opschrift
;
recht
;
rechtsgrond
;
rechtstitel
;
titel
;
waardigheidstitel
aanduiding
;
benaming
;
benoeming
;
graad
;
grammaticaal predikaat
;
predikaat
;
wetenschappelijke graad
Verb
Related Translations
Other Translations
claim
aanspraak maken op
;
aanspraak op maken
;
aanvragen
;
eisen
;
inmanen
;
invorderen
;
opeisen
;
opvorderen
;
opvragen
;
rekwireren
;
verzoeken
;
vorderen
;
vragen
demand
aanspraak maken op
;
eisen
;
inmanen
;
invorderen
;
opeisen
;
opvorderen
;
rekwireren
;
vereisen
;
vergen
;
verlangen
;
vorderen
;
vraag stellen
;
vragen
Related Words for "titel":
titelen
,
titels
,
titeltje
,
titeltjes
Related Definitions for "titel":
aanduiding dat je kampioen bent
2
deze club haalt de wereldtitel
2
aanduiding die je voor of achter je naam mag zetten
2
'jonkheer' en 'ingenieur' zijn titels
2
naam van een verhaal, boek, film, etc
2
wat is de titel van dit gedicht?
2
Wiktionary Translations for
titel
:
titel
noun
opschrift van een document
titel
→
title
aanduiding van een persoon
titel
→
title
titel
noun
descriptive title or heading of (part of) a document
caption
→
opschrift
;
kop
;
hoofd
;
hoofding
;
titel
prefix or suffix added to a name
title
→
titel
certificate of ownership
title
→
eigendomsbewijs
;
eigendomscertificaat
;
titel
name of a book, etc
title
→
titel
Cross Translation:
From
To
Via
•
titel
→
title
↔
titre
— désignation
1
Microsoft® Language Portal
2
Muiswerk Woordenboek
Remove Ads
Remove Ads