Dutch

Detailed Translations for toegenegenheid from Dutch to English

toegenegenheid:

toegenegenheid [de ~ (v)] nomen

  1. de toegenegenheid (genegenheid)
    the affection; the tenderness; the fondness

Translation Matrix for toegenegenheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
affection genegenheid; toegenegenheid aandoening; aanhankelijkheid; affectie; gehechtheid; genegenheid; innigheid; lichamelijke aandoening; liefde; verknochtheid
fondness genegenheid; toegenegenheid aanhankelijkheid; affectie; gehechtheid; verknochtheid
tenderness genegenheid; toegenegenheid gevoeligheid; hartelijkheid; innigheid; liefkozing; tederheid; zachtheid

Related Words for "toegenegenheid":


toegenegenheid form of toegenegen:


Translation Matrix for toegenegen:

NounRelated TranslationsOther Translations
beloved beminde; duifje; geliefd persoon; geliefde; geprefereerde; hartje; liefje; liefste; lieve; oogappel; poepje; schat; schatje; schattebout; scheetje; snoes; uitverkorene; verkozene; vriendin
cherished bevoorrechte; voorgetrokkene
dear beminde; dot; duifje; engel; engeltje; geliefd persoon; lief persoon; liefje; liefste; lieve; lieveling; lieverd; oogappel; poepje; schat; schatje; schattebout; schattig kind; scheetje; snoepje; snoes
favorite bladwijzer; favoriet; geprefereerde; gunsteling; gunstelinge; lieveling; lievelingetje; uitverkorene; verkozene
favourite favoriet; geprefereerde; gunsteling; gunstelinge; lieveling; lievelingetje; uitverkorene; verkozene
loved bevoorrechte; voorgetrokkene
sweet beminde; dot; duifje; lekkers; liefje; liefste; lieve; poepje; schat; schatje; schattebout; schattig kind; scheetje; snoepgoed; snoepjes; snoes; zoetigheid
VerbRelated TranslationsOther Translations
devote bevelen; commanderen; decreteren; gebieden; gelasten; opdragen; toewijden; verordenen; verordonneren
select kiezen; ordenen; rangeren; schiften; selecteren; selectie toepassen; sorteren; uitkiezen; uitloten; uitpikken; uitverkiezen; uitzoeken; verkiezen; ziften
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
affectionate bemind; dierbaar; favoriete; geliefd; geselecteerd; lief; lievelings; toegenegen; verkoren aanhankelijk; gehecht; hartelijk; liefderijk; liefdevol; liefhebbend; minnelijk; verknocht; vriendelijk
beloved bemind; dierbaar; geliefd; lief; toegenegen bevallig; dierbare; geliefde; lief
cherished bemind; dierbaar; favoriete; geliefd; geselecteerd; lief; lievelings; toegenegen; verkoren dierbaar; dierbare; geliefd; geliefde; lieftallig
exclusive dierbaar; favoriete; geselecteerd; lievelings; toegenegen; verkoren apart; bijzonder; buiten; enig; enig in zijn soort; exclusief; onvergelijkbaar; onvergelijkelijk; select; uniek; zonder
favorite dierbaar; favoriete; geselecteerd; lievelings; toegenegen; verkoren
favourite dierbaar; favoriete; geselecteerd; lievelings; toegenegen; verkoren
loved bemind; dierbaar; geliefd; lief; toegenegen geliefd
popular bemind; dierbaar; geliefd; lief; toegenegen begeerd; getapt; gevierd; gewild; geziene; gezocht; in de mode; populair; veelgevraagd; welkome
precious dierbaar; kostbaar; schattig; waardevol
preferential dierbaar; favoriete; geselecteerd; lievelings; toegenegen; verkoren met voorrang; preferent
private dierbaar; favoriete; geselecteerd; lievelings; toegenegen; verkoren besloten; confidentieel; eigen; intiem; privé; vertrouwelijk
select dierbaar; favoriete; geselecteerd; lievelings; toegenegen; verkoren heel mooi; select; uitgelezen
selected dierbaar; favoriete; geselecteerd; lievelings; toegenegen; verkoren assorti; gekozen; geselecteerd; gesorteerd; uitgekozen; uitgezocht; uitverkoren; verkozen; waaraan voorkeur is gegeven
ModifierRelated TranslationsOther Translations
dear bemind; dierbaar; favoriete; geliefd; geselecteerd; lief; lievelings; toegenegen; verkoren allerliefst; beste; bevallig; dierbare; dottig; enig; geliefde; lief; lieve; schattig; snoezig; vertederend
devote bemind; dierbaar; geliefd; lief; toegenegen
precious bemind; dierbaar; geliefd; lief; toegenegen
sweet bemind; dierbaar; geliefd; lief; toegenegen aanbiddelijk; aantrekkelijk; aanvallig; aardig; aimabel; allerliefst; begeerenswaardig; bekoorlijk; bevallig; charmant; dierbare; dottig; enig; geliefde; lief; liefelijk; lieflijk; lieftallig; prettig; schattig; snoeperig; snoezig; verrukkelijk; vertederend; zoet; zoetsmakend

Related Words for "toegenegen":


Wiktionary Translations for toegenegen:


Cross Translation:
FromToVia
toegenegen affectionate; caring affectueux — Qui montre de l’affection, de l’amour.
toegenegen propitious; auspicious; advantageous; favorable; favourable propice — Qui est favorable, en parlant de divinité, toute puissance, ou autorité dont nous pouvoir dépendre.