Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. tuchthuisboef:


Dutch

Detailed Translations for tuchthuisboef from Dutch to English

tuchthuisboef:

tuchthuisboef [de ~ (m)] nomen

  1. de tuchthuisboef (veroordeelde; gevangene; gestrafte; verdoemde; verwezene)
    the convict; the condemned person; the jail-bird; the criminal

Translation Matrix for tuchthuisboef:

NounRelated TranslationsOther Translations
condemned person gestrafte; gevangene; tuchthuisboef; verdoemde; veroordeelde; verwezene
convict gestrafte; gevangene; tuchthuisboef; verdoemde; veroordeelde; verwezene dwangarbeider; gedetineerde; gevangene
criminal gestrafte; gevangene; tuchthuisboef; verdoemde; veroordeelde; verwezene crimineel; delinquent; misdadiger
jail-bird gestrafte; gevangene; tuchthuisboef; verdoemde; veroordeelde; verwezene
VerbRelated TranslationsOther Translations
convict veroordelen; vonnis uitspreken; vonnissen
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
criminal crimineel; criminele; misdadig; strafrechterlijke; wederrechtelijke

Related Words for "tuchthuisboef":

  • tuchthuisboeven