Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. tussenschotten:
  2. tussenschot:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for tussenschotten from Dutch to English

tussenschotten:

tussenschotten [de ~] nomen, plural

  1. de tussenschotten (afscheidingen; schotten)
    the partitions; the septa; the partitioning walls

Translation Matrix for tussenschotten:

NounRelated TranslationsOther Translations
partitioning walls afscheidingen; schotten; tussenschotten tussenmuren; tussenwanden
partitions afscheidingen; schotten; tussenschotten tussenmuren; tussenwanden
septa afscheidingen; schotten; tussenschotten

Related Words for "tussenschotten":


tussenschot:

tussenschot [het ~] nomen

  1. het tussenschot (afscheiding; beschot; tussenmuur; schot)
    the partition; the dividing wall

Translation Matrix for tussenschot:

NounRelated TranslationsOther Translations
dividing wall afscheiding; beschot; schot; tussenmuur; tussenschot scheidsmuur; tussenmuur; tussenwand
partition afscheiding; beschot; schot; tussenmuur; tussenschot afscheiding; afsluiting; dichtmaken; dwarsschot; hek; hekwerk; het afsluiten; partitie; scheiding; schijfpartitie; segregatie; sluiting; tussenmuurtje; verbreking; verdeling

Related Words for "tussenschot":


Wiktionary Translations for tussenschot:


Cross Translation:
FromToVia
tussenschot partition cloison — Petit mur peu épais (1)
tussenschot wall; partition paroi — maçonnerie|fr cloison de maçonnerie qui séparer une chambre ou quelque autre pièce d’un appartement d’avec une autre.