Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. uitdeelster:


Dutch

Detailed Translations for uitdeelster from Dutch to English

uitdeelster:

uitdeelster [znw.] nomen

  1. uitdeelster
    the distributor

Translation Matrix for uitdeelster:

NounRelated TranslationsOther Translations
distributor uitdeelster afgeefster; distribuant; distributeur; distributeuse; ronddeler; uitdeler; uitreikster; verbreider; verdeler; verspreider; verspreidster