Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. vaatdoeken:
  2. vaatdoek:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for vaatdoeken from Dutch to English

vaatdoeken:

vaatdoeken [de ~] nomen, plural

  1. de vaatdoeken
    the dish-cloths

Translation Matrix for vaatdoeken:

NounRelated TranslationsOther Translations
dish-cloths vaatdoeken

Related Words for "vaatdoeken":


vaatdoeken form of vaatdoek:

vaatdoek [de ~ (m)] nomen

  1. de vaatdoek
    the dishcloth; the cloth

Translation Matrix for vaatdoek:

NounRelated TranslationsOther Translations
cloth vaatdoek beddenlaken; bekleding; clerus; doek; geestelijkheid; geweven stof; goed; kledingmateriaal; kleed; laken; lakens; lap; linnen; linnengoed; poetslap; schilderijdoek; stof; stoffeerderij; stoffering; stuk stof; tafelkleed; tafelkleedje; tafellaken; textiel; weefsel; wollen weefsel
dishcloth vaatdoek
ModifierRelated TranslationsOther Translations
cloth lakens; linnen; van laken

Related Words for "vaatdoek":


Wiktionary Translations for vaatdoek:

vaatdoek
noun
  1. for drying
  2. for washing