Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. valuta:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for valuta from Dutch to English

valuta:

valuta [de ~] nomen

  1. de valuta (muntsoort; geldsoort)
    the currency
  2. de valuta (wisselkoers; koers; herleidingskoers)
    the exchange rate; the currency; the rate of exchange; the conversion rate; the rate; the value
  3. de valuta
    the money
  4. de valuta
    the currency
    – A medium of exchange in circulation that is not limited to money. 1

Translation Matrix for valuta:

NounRelated TranslationsOther Translations
conversion rate herleidingskoers; koers; valuta; wisselkoers conversieverhouding; omrekeningskoers
currency geldsoort; herleidingskoers; koers; muntsoort; valuta; wisselkoers munteenheid
exchange rate herleidingskoers; koers; valuta; wisselkoers deviezenkoers; wisselkoers; wisseltarief
money valuta Valuta; centen; duit; duiten; geld; geldstukken; money; poen
rate herleidingskoers; koers; valuta; wisselkoers besturing; gedrag; houding; leiding; plan; rijrichting; tarief
rate of exchange herleidingskoers; koers; valuta; wisselkoers deviezenkoers; geldkoers; wisseltarief
value herleidingskoers; koers; valuta; wisselkoers belang; besturing; betekenis; gedrag; houding; leiding; nut; plan; rijrichting; waarde; zin
VerbRelated TranslationsOther Translations
rate aanslaan; taxeren
value becijferen; berekenen; calculeren; uitrekenen; uitwerken

Wiktionary Translations for valuta:

valuta
noun
  1. money or other item used to facilitate transactions

Cross Translation:
FromToVia
valuta currency Währungstaatlich geregeltes Geldwesen

Related Translations for valuta