Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. vapeur:


Dutch

Detailed Translations for vapeur from Dutch to English

vapeur:

vapeur [znw.] nomen

  1. vapeur (opvlieging)
    the flush; the flash

Translation Matrix for vapeur:

NounRelated TranslationsOther Translations
flash opvlieging; vapeur flakkering; flikkering; flits; flitser; flitslamp; flitslampje; geflikker; lichtsein; lichtsignaal; lichtstraal; lichtstreep; schicht; schijn; schittering; snel beeld
flush opvlieging; vapeur blos; blozen; roodheid; spoeling
VerbRelated TranslationsOther Translations
flash flitsen; lichten; oplichten
flush bakstenen voegen; blozen; doorspoelen; doortrekken; gloeien; kleuren; rood worden; spoelen; voegen; wegspoelen
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
flush goed bij kas

Related Words for "vapeur":

  • vapeurs, vapeurtjes