Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. verplaatsing:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for verplaatsing from Dutch to English

verplaatsing:

verplaatsing [de ~ (v)] nomen

  1. de verplaatsing (verhuizing; migratie)
    the removal; the migration; the moving house
  2. de verplaatsing (vervoer; overbrenging; afvoer; transport; verscheping)
    the transport

Translation Matrix for verplaatsing:

NounRelated TranslationsOther Translations
migration migratie; verhuizing; verplaatsing migratie
moving house migratie; verhuizing; verplaatsing
removal migratie; verhuizing; verplaatsing afschaffing; beëindigen; doorhaling; opheffen; opheffing; royement; schrapping; uitsluiting; uitstoting
transport afvoer; overbrenging; transport; verplaatsing; verscheping; vervoer transport; vrachtvervoer; wegtransport; wegvervoer
VerbRelated TranslationsOther Translations
transport iets transporteren; transporteren; vervoeren

Wiktionary Translations for verplaatsing:

verplaatsing
noun
  1. a distance travelled