Dutch

Detailed Translations for versiering from Dutch to English

versiering:

versiering [de ~ (v)] nomen

  1. de versiering (opsmuk; opschik; smuk)
    the finery; the attire; the decoration; the trappings
  2. de versiering (aankleding; inrichting; decoratie)
    the furnishing; the decoration
  3. de versiering (draperie; tooi; decoratie; )
    the garnishing; the decoration; the ornament; the corsage; the adornment; the buttonhole; the drapery
  4. de versiering (uitrusting; outfit; outillage; )
    the attire; the equipment; the outfit; the gear; the kit

Translation Matrix for versiering:

NounRelated TranslationsOther Translations
adornment corsage; decor; decoratie; draperie; garnering; opluistering; opsiering; ornamentiek; sierwerk; tooi; versiering; versiersel grafisch element; opluisteren; sieraad; sierstuk; tooien; versieren
attire benodigde; monstering; opschik; opsmuk; outfit; outillage; smuk; uitmonstering; uitrusting; uitzet; versiering gewaad; kledij; kleding; kleren; livrei; plunje; tenue; uitdossing
buttonhole corsage; decor; decoratie; draperie; garnering; opluistering; opsiering; ornamentiek; sierwerk; tooi; versiering; versiersel knoopsgat
corsage corsage; decor; decoratie; draperie; garnering; opluistering; opsiering; ornamentiek; sierwerk; tooi; versiering; versiersel keurslijf; korset; lijfje
decoration aankleding; corsage; decor; decoratie; draperie; garnering; inrichting; opluistering; opschik; opsiering; opsmuk; ornamentiek; sierwerk; smuk; tooi; versiering; versiersel aankleding; decoratie; ereteken; kenteken; merkteken; onderscheiding; onderscheidingsteken; ridderorde; speldje; teken
drapery corsage; decor; decoratie; draperie; garnering; opluistering; opsiering; ornamentiek; sierwerk; tooi; versiering; versiersel manufacturen; stukgoed
equipment benodigde; monstering; outfit; outillage; uitmonstering; uitrusting; uitzet; versiering apparatuur; gereedschap; gereedschappen; gerei; handgereedschap; handwerktuig; instrument; instrumenten; toerusting; uitrusting; uitrustingsstuk; uitrustingsstukken; werktuig; werktuigen
finery opschik; opsmuk; smuk; versiering
furnishing aankleding; decoratie; inrichting; versiering aankleding; ameublement; decoratie; inrichten; inrichting; meubelen; meubels; meubilair; meubilering; verschaffing; voorziening; woningdecoratie; woninginrichting
garnishing corsage; decor; decoratie; draperie; garnering; opluistering; opsiering; ornamentiek; sierwerk; tooi; versiering; versiersel
gear benodigde; monstering; outfit; outillage; uitmonstering; uitrusting; uitzet; versiering gareel; harnas; kleding; kleren; plunje; schakelinrichting; tandrad; tandwiel; tenue; toom; tuig; versnelling
kit benodigde; monstering; outfit; outillage; uitmonstering; uitrusting; uitzet; versiering kit; kitartikel; toerusting; uitrusting; uitrustingsstuk; uitrustingsstukken
ornament corsage; decor; decoratie; draperie; garnering; opluistering; opsiering; ornamentiek; sierwerk; tooi; versiering; versiersel bijou; juweel; ornament; sieraad; sierstuk
outfit benodigde; monstering; outfit; outillage; uitmonstering; uitrusting; uitzet; versiering gewaad; kleding; kleren; livrei; plunje; tenue; uitrustingsstuk; uitrustingsstukken; uniform
trappings opschik; opsmuk; smuk; versiering
VerbRelated TranslationsOther Translations
ornament afwerken; garneren; opmaken; opsmukken; schotels garneren; versieren

Related Words for "versiering":


Wiktionary Translations for versiering:

versiering
noun
  1. iets aangebracht om het uiterlijk fraaier te maken
versiering
noun
  1. ornamentation
  2. that which adorns

Cross Translation:
FromToVia
versiering decoration; décor décor — (architecture) Ce qui enjoliver, en parlant du papier, de la peinture, des ornements.
versiering decoration décoration — Action de décorer
versiering adornment; decoration; ornament parureornement, ajustement, ce qui servir à parer.

Related Translations for versiering