Summary
Dutch
Detailed Translations for vervellen from Dutch to English
vervellen:
-
vervellen
Conjugations for vervellen:
o.t.t.
- vervel
- vervelt
- vervelt
- vervellen
- vervellen
- vervellen
o.v.t.
- vervelde
- vervelde
- vervelde
- vervelden
- vervelden
- vervelden
v.t.t.
- ben verveld
- bent verveld
- is verveld
- zijn verveld
- zijn verveld
- zijn verveld
v.v.t.
- was verveld
- was verveld
- was verveld
- waren verveld
- waren verveld
- waren verveld
o.t.t.t.
- zal vervellen
- zult vervellen
- zal vervellen
- zullen vervellen
- zullen vervellen
- zullen vervellen
o.v.t.t.
- zou vervellen
- zou vervellen
- zou vervellen
- zouden vervellen
- zouden vervellen
- zouden vervellen
diversen
- vervel!
- vervelt!
- verveld
- vervellend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for vervellen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
peel | peul; schil; vel | |
peeling | vervellen | doppen; pellen; schilferen |
skin | hachje; huid; peul; schil; vel; weergave | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
peel | vervellen | afbladderen; doppen; jassen; pellen; schillen |
skin | vervellen | afhalen; afschaven; afstropen; jassen; ontvellen; pellen; schillen; stropen; uitbenen; villen; weergave toepassen |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
peeling | schilferachtig |