Summary
Dutch to English: more detail...
- verzachtend:
- verzachten:
- Wiktionary:
-
User Contributed Translations for verzachtend:
- mitigating
Dutch
Detailed Translations for verzachtend from Dutch to English
verzachtend:
Translation Matrix for verzachtend:
Noun | Related Translations | Other Translations |
softening | inweken; matiging; mindering; moderatie; tempering; verweking; weken | |
soothing | geruststelling; kalmering; opluchting; verademing | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
soothing | kalmeren | |
Adjective | Related Translations | Other Translations |
softening | verzachtend | |
soothing | verzachtend | geruststellend; rustgevend |
Wiktionary Translations for verzachtend:
verzachtend
adjective
-
Soothing; mollifying
-
Giving relief
verzachten:
-
verzachten (vervriendelijken)
-
verzachten (lenigen; verlichten)
Conjugations for verzachten:
o.t.t.
- verzacht
- verzacht
- verzacht
- verzachten
- verzachten
- verzachten
o.v.t.
- verzachtte
- verzachtte
- verzachtte
- verzachtten
- verzachtten
- verzachtten
v.t.t.
- heb verzacht
- hebt verzacht
- heeft verzacht
- hebben verzacht
- hebben verzacht
- hebben verzacht
v.v.t.
- had verzacht
- had verzacht
- had verzacht
- hadden verzacht
- hadden verzacht
- hadden verzacht
o.t.t.t.
- zal verzachten
- zult verzachten
- zal verzachten
- zullen verzachten
- zullen verzachten
- zullen verzachten
o.v.t.t.
- zou verzachten
- zou verzachten
- zou verzachten
- zouden verzachten
- zouden verzachten
- zouden verzachten
diversen
- verzacht!
- verzacht!
- verzacht
- verzachtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for verzachten:
Noun | Related Translations | Other Translations |
ease | gemak; gemakkelijkheid; inschikkelijkheid; soepelheid | |
relieve | geruststelling; ontlasting; opluchting; van een last ontdoen; verademing | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
ease | lenigen; verlichten; vervriendelijken; verzachten | |
mellow | vervriendelijken; verzachten | |
relax | vervriendelijken; verzachten | kalm worden; ontspannen; relaxen; rustig worden; vertreden; zich vertreden |
relieve | lenigen; verlichten; verzachten | laven; lenigen; lessen; opluchten; tegoed doen |
soften | lenigen; verlichten; vervriendelijken; verzachten | ontharden; vermurwen; vertederen; verweken; week worden; zachtmaken |
soothe | lenigen; verlichten; vervriendelijken; verzachten | bedaren; begeerte stillen; bevredigen; geruststellen; kalmeren; luwen; sussen; tot bedaren komen; tot kalmte manen; uitwoeden; verflauwen; voldoening geven; wegsterven |
Wiktionary Translations for verzachten:
verzachten
Cross Translation:
verb
-
to reduce, lessen, or decrease
-
make less severe
-
become less severe, soften in temper
- relent → milder; worden; milderen; verzachten
-
become less rigid, yield
-
(transitive) To make something soft or softer
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• verzachten | → allay; alleviate; cushion; ease; mitigate; relieve; remit; facilitate | ↔ soulager — délivrer, débarrasser d’une partie de quelque fardeau. |