Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. vloeibaarheid:
  2. vloeibaar:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for vloeibaarheid from Dutch to English

vloeibaarheid:

vloeibaarheid [de ~ (v)] nomen

  1. de vloeibaarheid
    the fluidity

Translation Matrix for vloeibaarheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
fluidity vloeibaarheid

Related Words for "vloeibaarheid":


vloeibaar:

vloeibaar adj

  1. vloeibaar (liquide)

Translation Matrix for vloeibaar:

NounRelated TranslationsOther Translations
fluid nat; vloeistof; vocht
liquid nat; vloeistof; vocht
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
fluid liquide; vloeibaar
liquid liquide; vloeibaar humide; nat; slap; vochtig; waterachtig; waterig

Related Words for "vloeibaar":


Related Definitions for "vloeibaar":

  1. wat kan stromen, wat niet vast is1
    • olie is een vloeibare stof1

Wiktionary Translations for vloeibaar:

vloeibaar
adjective
  1. in staat te vloeien, gezegd van de aggregatietoestand van stoffen die niet vast en niet gasvormig zijn
vloeibaar
adjective
  1. fluid; not solid and not gaseous
  2. in a state of flux; subject to change

Cross Translation:
FromToVia
vloeibaar liquid flüssigPhysik: so, dass die Moleküle sich leicht verschieben können (Aggregatzustand zwischen fest und gasförmig)