Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. vluchtelingen:
  2. vluchteling:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for vluchtelingen from Dutch to English

vluchtelingen:

vluchtelingen [de ~] nomen, plural

  1. de vluchtelingen
    the refugees; the fugitives

Translation Matrix for vluchtelingen:

NounRelated TranslationsOther Translations
fugitives vluchtelingen
refugees vluchtelingen

Related Words for "vluchtelingen":


vluchtelingen form of vluchteling:

vluchteling [de ~ (m)] nomen

  1. de vluchteling (asielzoeker; uitgewekene)
    the asylum seeker; the refugee; the exile
  2. de vluchteling (refugié)
    the exile; the refugee
  3. de vluchteling
    the refugee

Translation Matrix for vluchteling:

NounRelated TranslationsOther Translations
asylum seeker asielzoeker; uitgewekene; vluchteling
exile asielzoeker; refugié; uitgewekene; vluchteling balling; banneling; verstotene
refugee asielzoeker; refugié; uitgewekene; vluchteling deserteur; drukker; vluchtelinge; wegloper
VerbRelated TranslationsOther Translations
exile bannen; bezweren; uitbannen; uitstoten; uitwijzen; uitzetten; verbannen; verdrijven; verjagen; wegjagen

Related Words for "vluchteling":


Wiktionary Translations for vluchteling:

vluchteling
noun
  1. iemand die op de vlucht is
vluchteling
noun
  1. a person who is fleeing or escaping from something
  2. foreigner

Cross Translation:
FromToVia
vluchteling fugitive fugitif — (term, Substantivement) personne en fuite.
vluchteling refugee réfugiépersonne qui a quitter son pays ou sa région pour fuir un danger.