Dutch

Detailed Translations for voldoe from Dutch to English

voldoen:

voldoen verb (voldoe, voldoet, voldeed, voldeden, voldaan)

  1. voldoen (volstaan)
    to suffice
    • suffice verb (suffices, sufficed, sufficing)
  2. voldoen (vereffenen; betalen)
    to settle; to pay on account; to make even; to pay
    • settle verb (settles, settled, settling)
    • pay on account verb (pays on account, paid on account, paying on account)
    • make even verb (makes even, made even, making even)
    • pay verb (pays, paid, paying)
  3. voldoen (rekening betalen)
    to settle; to receipt; pay a bill
  4. voldoen (betalen)
    to pay; to settle; to pay up
    • pay verb (pays, paid, paying)
    • settle verb (settles, settled, settling)
    • pay up verb (pays up, paid up, paying up)

Conjugations for voldoen:

o.t.t.
  1. voldoe
  2. voldoet
  3. voldoet
  4. voldoen
  5. voldoen
  6. voldoen
o.v.t.
  1. voldeed
  2. voldeed
  3. voldeed
  4. voldeden
  5. voldeden
  6. voldeden
v.t.t.
  1. heb voldaan
  2. hebt voldaan
  3. heeft voldaan
  4. hebben voldaan
  5. hebben voldaan
  6. hebben voldaan
v.v.t.
  1. had voldaan
  2. had voldaan
  3. had voldaan
  4. hadden voldaan
  5. hadden voldaan
  6. hadden voldaan
o.t.t.t.
  1. zal voldoen
  2. zult voldoen
  3. zal voldoen
  4. zullen voldoen
  5. zullen voldoen
  6. zullen voldoen
o.v.t.t.
  1. zou voldoen
  2. zou voldoen
  3. zou voldoen
  4. zouden voldoen
  5. zouden voldoen
  6. zouden voldoen
diversen
  1. voldoe!
  2. voldoet!
  3. voldaan
  4. voldoend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

voldoen [znw.] nomen

  1. voldoen (betalen; dokken)
    the payment; the settlement; the paying off

Translation Matrix for voldoen:

NounRelated TranslationsOther Translations
pay arbeidsloon; bezoldiging; gage; honorarium; inkomen; inkomen uit onderneming; loon; loonzakje; salaris; salariëring; soldij; traktement; verdienste; wedde
paying off betalen; dokken; voldoen afbetalen; aflossen; afrekening; vereffening; verrekening
payment betalen; dokken; voldoen aanzuivering; afbetaling; afrekening; arbeidsloon; betaling; bezoldiging; gage; honorarium; kostenvergoeding; loon; restituties; salaris; soldij; terugbetalingen; traktement; uitbetaling; uitkering; verdienste; vereffening; vergoeding; verrekening; wedde
receipt beweringsgrond; bewijs; bewijs van ontvangst; bewijsje; kassabon; kwitantie; ontvangst; ontvangstbewijs; recette; reçu; voucher
settlement betalen; dokken; voldoen afrekenen; afrekening; afspraak; akkoord; arrangement; beslechting; bijlegging; compromis; definiëring; genoegdoening; inklinking; inklinking van bout; klink; kolonie; kolonisatie; nederzetting; omschrijving; overeenkomst; regeling; schikking; vereffening; vergelijk; verrekening; vestiging
VerbRelated TranslationsOther Translations
make even betalen; vereffenen; voldoen
pay betalen; vereffenen; voldoen afrekenen; bekostigen; belonen; besteden; betalen; bezoldigen; bijleggen; dokken; honoreren; lonen; meebetalen; salariëren; spenderen; uitbetalen; uitgeven; vereffenen; verrekenen
pay a bill rekening betalen; voldoen
pay on account betalen; vereffenen; voldoen
pay up betalen; voldoen
receipt rekening betalen; voldoen
settle betalen; rekening betalen; vereffenen; voldoen aanzuiveren; afdoen; afhandelen; beslechten; bezinken; bijleggen; effenen; egaliseren; genoegdoen; goedmaken; koloniseren; nabetalen; neerstrijken; plaatsnemen; regelen; ruzie afsluiten; ruzie bijleggen; schikken; settelen; twist uit de weg ruimen; vereffenen; verrekenen; verzoenen; vestigen; zich nestelen; zich vestigen
suffice voldoen; volstaan genoeg zijn; tevreden stellen; toereikend zijn; vergenoegen
- betalen

Synonyms for "voldoen":


Antonyms for "voldoen":


Related Definitions for "voldoen":

  1. geld geven in ruil voor iets anders1
    • u moet deze rekening nog voldoen1
  2. eraan beantwoorden1
    • hij voldoet aan alle eisen voor deze baan1

Wiktionary Translations for voldoen:

voldoen
verb
  1. een eis vervullen
voldoen
verb
  1. pay
  2. to fulfill
  3. to meet needs, to fulfill
  4. be enough, sufficient, adequate
  5. satisfy
adjective
  1. compatible with or following guidelines

Cross Translation:
FromToVia
voldoen satisfy; masturbate befriedigen — die Erwartungen oder Bedürfnisse von jemandem erfüllen
voldoen accord; correspond entsprechen — (mit Dativ) auf gleichem oder angemessenem Niveau sein
voldoen comply genügen — bestimmte Anforderungen erfüllen
voldoen suffice genügen — für einen bestimmten Zweck in ausreichendem Maß zur Verfügung stehen
voldoen meet with; satisfy; content; gratify contenterrendre quelqu’un content en lui procurer ce qu’il souhaiter avoir.
voldoen pay; ante up payer — Donner de l’argent pour un bien ou un service
voldoen satisfy; meet with; content; gratify satisfaire — Traductions à trier suivant le sens
voldoen suffice suffire — Pouvoir satisfaire à quelque chose ou à un but donné.