Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. wanordelijkheid:
  2. wanordelijk:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for wanordelijkheid from Dutch to English

wanordelijkheid:

wanordelijkheid [de ~ (v)] nomen

  1. de wanordelijkheid (wanorde; zooitje)
    the disorder; the chaos; the disarray; the confusion; the absence of order
  2. de wanordelijkheid (chaos; wanorde; puinhoop; )
    the chaos; the disorder; the confusion; the welter; the muddle; the mix-up; the mess; the trouble; the tangle
    the maze
    – something jumbled or confused 1
    • maze [the ~] nomen
  3. de wanordelijkheid (slordigheid)
    the disarray; the disorder

Translation Matrix for wanordelijkheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
absence of order wanorde; wanordelijkheid; zooitje
chaos chaos; heksenketel; keet; puinhoop; regelloosheid; wanorde; wanordelijkheid; zooitje; zootje beestenboel; bende; puinhoop; puinzooi; rommel; rotzooi; soepzootje; troep; wirwar; zooi; zootje
confusion chaos; heksenketel; keet; puinhoop; regelloosheid; wanorde; wanordelijkheid; zooitje; zootje beduusdheid; onthutsing; ontsteldheid; ontsteltenis; schrik; verbijstering; verbouwereerdheid; versteldheid; verwardheid; verwarring
disarray slordigheid; wanorde; wanordelijkheid; zooitje
disorder chaos; heksenketel; keet; puinhoop; regelloosheid; slordigheid; wanorde; wanordelijkheid; zooitje; zootje kwaal; opstootje; ordeverstoring; rel; slepende ziekte; stoornis; verstoring; verwardheid; verwarring
maze chaos; heksenketel; keet; puinhoop; regelloosheid; wanorde; wanordelijkheid; zootje doolhof; labyrint; warboel; warnet
mess chaos; heksenketel; keet; puinhoop; regelloosheid; wanorde; wanordelijkheid; zootje bedrog; bende; berg; bocht; geklieder; heisa; hoop; kliederboel; kliederen; knoeiboel; knoeierij; nep; opeenhoping; oplichterij; puinhoop; puinzooi; rommel; rompslomp; rotzooi; smeerboel; smerig spul; soepzootje; toestand; troep; veel gedoe; warboel; warhoop; warwinkel; zooi; zootje; zwendelarij
mix-up chaos; heksenketel; keet; puinhoop; regelloosheid; wanorde; wanordelijkheid; zootje
muddle chaos; heksenketel; keet; puinhoop; regelloosheid; wanorde; wanordelijkheid; zootje bende; berg; hoop; knoeiboel; opeenhoping; rommel; soepzootje; troep; warboel; warhoop; warwinkel; wirwar; zootje
tangle chaos; heksenketel; keet; puinhoop; regelloosheid; wanorde; wanordelijkheid; zootje wirwar
trouble chaos; heksenketel; keet; puinhoop; regelloosheid; wanorde; wanordelijkheid; zootje bemoeilijking; beroering; ellende; gedram; gehannes; gestuntel; gevaar; gezanik; gezeur; hinder; knik; kommer; kwaal; kwel; lastigheid; malheur; misère; moeilijkheden; ongeluk; onheil; onheilsdreiging; onraad; onrust; onspoed; opstootje; ordeverstoring; overlast; pech; ramp; rampspoed; rel; roerigheid; rottigheid; slepende ziekte; stoornis; strubbeling; tegenslag; tegenspoed; terugslag; terugslagen
welter chaos; heksenketel; keet; puinhoop; regelloosheid; wanorde; wanordelijkheid; zootje
VerbRelated TranslationsOther Translations
disorder ontregelen; overhoophalen
mess aanklooien; droppen; druipen; druppelen; druppels laten vallen; druppen; kladden; klooien; knoeien; morsen; rotzooien; verdoen; verspillen; vlekken
muddle aanmodderen; modderen; prutsen; rommelen
tangle door elkaar geraken; door elkaar halen; door elkaar raken; in de war maken
trouble lastig maken; lastigvallen; teisteren

Related Words for "wanordelijkheid":


wanordelijk:

wanordelijk adj

  1. wanordelijk (onordelijk; ordeloos)
  2. wanordelijk (ongeregeld; slordig; rommelig; onordelijk; ordeloos)

Translation Matrix for wanordelijk:

VerbRelated TranslationsOther Translations
untidy slordig maken
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
disorderly ongeregeld; onordelijk; ordeloos; rommelig; slordig; wanordelijk chaotisch; door elkaar; door elkaar heen; dooreen; ongeordend; ongeregeld; ongesystematiseerd; ordeloos; rommelig
disorganised ongeregeld; onordelijk; ordeloos; rommelig; slordig; wanordelijk ongeordend; ongeorganiseerd; ongesystematiseerd; ordeloos
disorganized ongeregeld; onordelijk; ordeloos; rommelig; slordig; wanordelijk ongeordend; ongeorganiseerd; ongesystematiseerd; ordeloos
unkempt onordelijk; ordeloos; wanordelijk
untidy onordelijk; ordeloos; wanordelijk ongeordend; ongesystematiseerd; ordeloos

Related Words for "wanordelijk":


Wiktionary Translations for wanordelijk:

wanordelijk
adjective
  1. in a disorderly state; causing mess or confusion; chaotic; disorderly
  2. Extremely disorganized or in disarray
  3. disorderly, chaotic