Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. weddenschap:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for weddenschap from Dutch to English

weddenschap:

weddenschap [de ~ (v)] nomen

  1. de weddenschap
    the bet; the wager

Translation Matrix for weddenschap:

NounRelated TranslationsOther Translations
bet weddenschap
wager weddenschap gewaagde onderneming; gok; kans; risico; risicovolle onderneming; waagstuk
VerbRelated TranslationsOther Translations
bet een gok wagen; gokken; inzetten; verwedden; wedden
wager inzetten; verwedden; wedden

Related Words for "weddenschap":

  • weddenschappen

Wiktionary Translations for weddenschap:

weddenschap
noun
  1. een wederzijdse overeenkomst de ander te zullen betalen naar gelang de uitkomst van een gebeurtenis in de toekomst
weddenschap
noun
  1. a wager
  2. bet or wager
  3. an agreement

Cross Translation:
FromToVia
weddenschap bet pari — Promesse par laquelle on s’engage à payer une certaine somme

External Machine Translations: