Dutch
Detailed Translations for wees from Dutch to English
wees:
-
de wees (weeskind)
the orphan child -
de wees
-
de wees
the orphan– A member of a mirrored volume or a RAID-5 volume that has failed due to a severe cause, such as a loss of power or a complete hard-disk head failure. When this happens, the fault-tolerant driver determines that it can no longer use the orphaned member and directs all new reads and writes to the remaining members of the fault-tolerant volume. 1
Translation Matrix for wees:
Noun | Related Translations | Other Translations |
orphan | wees | |
orphan child | wees; weeskind |
Related Words for "wees":
Wiktionary Translations for wees:
wijzen:
-
wijzen (attenderen)
-
wijzen (iets aanwijzen; aanduiden; indiceren; aangeven)
Conjugations for wijzen:
o.t.t.
- wijs
- wijst
- wijst
- wijzen
- wijzen
- wijzen
o.v.t.
- wees
- wees
- wees
- wezen
- wezen
- wezen
v.t.t.
- heb gewezen
- hebt gewezen
- heeft gewezen
- hebben gewezen
- hebben gewezen
- hebben gewezen
v.v.t.
- had gewezen
- had gewezen
- had gewezen
- hadden gewezen
- hadden gewezen
- hadden gewezen
o.t.t.t.
- zal wijzen
- zult wijzen
- zal wijzen
- zullen wijzen
- zullen wijzen
- zullen wijzen
o.v.t.t.
- zou wijzen
- zou wijzen
- zou wijzen
- zouden wijzen
- zouden wijzen
- zouden wijzen
diversen
- wijs!
- wijst!
- gewezen
- wijzend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for wijzen:
Related Words for "wijzen":
Related Definitions for "wijzen":
Wiktionary Translations for wijzen:
wijzen
Cross Translation:
verb
wijzen
-
(inergatief) met de (wijs)vinger, hand of arm in een richting duiden
- wijzen → point
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• wijzen | → point | ↔ weisen — auf etwas zeigen |
• wijzen | → show | ↔ weisen — jemandem etwas zeigen |
• wijzen | → designate; appoint; denote; mark; motion; show; indicate; point out; demonstrate; display; manifest; suggest; connote; choose; elect; pick out; opt | ↔ désigner — Traduction à trier |
• wijzen | → indicate; show; point out; demonstrate; display; manifest; suggest; connote; denote | ↔ indiquer — montrer, désigner une personne ou une chose. |
• wijzen | → show; point; indicate; point out; demonstrate; display; manifest | ↔ montrer — faire voir ; exposer aux regards. |
wees form of wee:
-
de wee (perswee)
Translation Matrix for wee:
Related Words for "wee":
Wiktionary Translations for wee:
wee
Cross Translation:
noun
wee
-
samentrekking bij geboorte
- wee → contraction
-
kondigt rampspoed aan
- wee → woe
noun
-
painful shortening of the uterine muscles
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• wee | → labour pain | ↔ Wehe — meist im Plural: Kontraktion der Gebärmutter während der Geburt |
• wee | → shrinkage | ↔ contraction — physique|fr resserrement, par opposition à dilatation. |
• wee | → pain; ache; distress; soreness | ↔ douleur — impression de souffrance, état pénible produire par un mal physique. |