Dutch
Detailed Translations for wegfutselen from Dutch to English
wegfutselen:
-
wegfutselen (stelen; pikken; verduisteren; wegpikken; jatten; ontvreemden; verdonkeremanen; vervreemden; inpikken; wegkapen; gappen; achterhouden; achteroverdrukken)
Translation Matrix for wegfutselen:
External Machine Translations: