Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. weglating:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for weglating from Dutch to English

weglating:

weglating [de ~ (v)] nomen

  1. de weglating (omissie)
    the omission; the neglect; the elision; the declaration; the oversight; the deletion; the ellipsis; the non-attendance

Translation Matrix for weglating:

NounRelated TranslationsOther Translations
declaration omissie; weglating aangeven; aangifte; aangifteformulier; aankondiging; afkondiging; bekendmaking; certificaat; charter; declaratie; definiëring; diploma; kennisgeving; mededeling; melding; meningsuiting; omschrijving; oorkonde; openbaarmaking; openbare publicatie; proclamatie; publicatie; publikatie; uitgave; uitgifte; uitlating; verklaring; verkondiging
deletion omissie; weglating doorhaling; schrapping
elision omissie; weglating
ellipsis omissie; weglating beletselteken
neglect omissie; weglating achteloosheid; nalatigheid; nonchalance; veronachtzaming; verwaarlozing; verzaking; verzuim
non-attendance omissie; weglating absentie; afwezigheid; niet aanwezig zijn
omission omissie; weglating nalatigheid; verzaking; verzuim
oversight omissie; weglating abuis; blunder; domheid; dwaling; flater; fout; giller; misgreep; misslag; nalatigheid; vergissing; verzaking; verzuim
VerbRelated TranslationsOther Translations
neglect nalaten; verloederen; veronachtzamen; versloffen; verslonzen; verwaarlozen; verzaken; verzuimen

Related Words for "weglating":

  • weglatingen

Wiktionary Translations for weglating:

weglating
noun
  1. -
  2. omission of grammatically required words that can be implied
  3. deliberate omission