Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. wetenschapper:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for wetenschapper from Dutch to English

wetenschapper:

wetenschapper [de ~ (m)] nomen

  1. de wetenschapper (geleerde; wijze)
    the scientist; the scholar; the Master of Science; the man of learning; the university man
  2. de wetenschapper (wetenschapsbeoefenaar)
    the professor; the scholar

Translation Matrix for wetenschapper:

NounRelated TranslationsOther Translations
Master of Science geleerde; wetenschapper; wijze doctorandus
man of learning geleerde; wetenschapper; wijze geletterde
professor wetenschapper; wetenschapsbeoefenaar hooggeleerde; hoogleraar; prof; professor
scholar geleerde; wetenschapper; wetenschapsbeoefenaar; wijze erudiet; geletterde; hooggeleerde; intellectueel
scientist geleerde; wetenschapper; wijze
university man geleerde; wetenschapper; wijze

Related Words for "wetenschapper":

  • wetenschappers

Wiktionary Translations for wetenschapper:

wetenschapper
noun
  1. iemand die de wetenschap beoefent
wetenschapper
noun
  1. one whose activities make use of scientific method

Cross Translation:
FromToVia
wetenschapper scientist Wissenschaftler — eine Person mit wissenschaftlicher Ausbildung, die sich mit Wissenschaft beschäftigt
wetenschapper scientist scientifiquepersonne qui travaille dans un champ d’une science.