Dutch

Detailed Translations for wijsheid from Dutch to English

wijsheid:

wijsheid [de ~ (v)] nomen

  1. de wijsheid
    the wisdom

Translation Matrix for wijsheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
wisdom wijsheid

Related Words for "wijsheid":


Wiktionary Translations for wijsheid:

wijsheid
noun
  1. de mate waarin men wijs is
wijsheid
noun
  1. quality of being sage
  2. element of personal character
  3. piece of wise advice
  4. discretionary use of knowledge for the greatest good
  5. ability to apply relevant knowledge in an insightful way
  6. ability to make a decision based on the combination of knowledge, experience, and intuitive understanding
  7. ability to know and apply spiritual truths

Cross Translation:
FromToVia
wijsheid wisdom; prudence; reason; sense; wits; foresight sagesseprudence, circonspection, sentiment juste des choses.

wijsheid form of wijs:

wijs [de ~] nomen

  1. de wijs (methode; manier; handelwijze; )
    the method; the way; the methodology; the manner; the mode; the course
  2. de wijs (deun)
    the tune; the air; the song; the ditty
  3. de wijs (melodie)
    the melody; the tune; the song; the ballad

Translation Matrix for wijs:

NounRelated TranslationsOther Translations
academic academicus
air deun; wijs ether; luchtruim
ballad melodie; wijs ballade; gezang; lied; liedje
course handelwijze; manier; methode; procedure; trant; wijs; wijze baan; beloop; cursus; cursusprogramma; diner; eten; gerecht; koers; kursus; leergang; leerprogramma; les; lesprogramma; lesuur; maal; maaltijd; onderricht; onderrichting; onderwijs; onderwijsprogramma; parcours; richting; route; schotel; studie
ditty deun; wijs gezang; lied; liedje
erudite erudiet; intellectueel
manner handelwijze; manier; methode; procedure; trant; wijs; wijze
melody melodie; wijs deuntje; gezang; lied; liedje; wijsje
method handelwijze; manier; methode; procedure; trant; wijs; wijze aanpak; arbeidsmethodiek; methode; procédé; werkmethode; werkwijze
methodology handelwijze; manier; methode; procedure; trant; wijs; wijze methodiek
mode handelwijze; manier; methode; procedure; trant; wijs; wijze modus; tonaliteit; toonaard; toonsoort
sage denker; filosoof; salie; wijsgeer
song deun; melodie; wijs ballade; deuntje; gezang; lied; liedje; wijsje
tune deun; melodie; wijs deuntje; wijsje
way handelwijze; manier; methode; procedure; trant; wijs; wijze afstand; baan; baanvak; etappe; pad; ronde; route; straat; straatweg; tournee; traject; weg
VerbRelated TranslationsOther Translations
air afreageren; luchten
course voortvloeien uit
tune afstellen; afstemmen; bijstellen; instellen; invoeren; oprichten; opvoeren; regelen; stichten; vergroten
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
academic belezen; erudiet; geletterd; gestudeerd; hooggeleerd; ontwikkeld; wijs; zeer geleerd; zeer ontwikkeld academisch; akademisch; theoretisch; universitair
clever bedachtzaam; correct; doordacht; geleerd; intelligent; nadenkend; pienter; raadzaam; slim; verstandig; weldenkend; wijs; wijselijk; zinnig adrem; bijdehand; briljant; clever; gehaaid; geniaal; gevat; gewiekst; gis; ingenieus; intelligent; kien; knap; kundig; kunstig; pienter; raak; rap; scherpzinnig; schrander; slim; snedig; snel; snugger; spitsvondig; uitgekiend; uitgeslapen; vaardig; vernuftig; vindingrijk; vlot; vlug
educated geleerd; intelligent; slim; wijs geleerd; geschoold; onderwezen
erudite belezen; erudiet; geleerd; geletterd; gestudeerd; hooggeleerd; intelligent; ontwikkeld; slim; wijs; zeer geleerd; zeer ontwikkeld
fantastic fabelachtig; fantastisch; gaaf; krankzinnig; reuze; te gek; waanzinnig; wijs dolletjes; enig; fantastisch; fantastische; fenomenaal; gaaf; geweldig; groots; mieters; puik; schitterend; tof
intelligent bedachtzaam; correct; doordacht; geleerd; intelligent; nadenkend; pienter; raadzaam; slim; verstandig; weldenkend; wijs; wijselijk; zinnig clever; intelligent; kien; pienter; schrander; slim; snugger; uitgeslapen
learned belezen; erudiet; geletterd; gestudeerd; hooggeleerd; ontwikkeld; wijs; zeer geleerd; zeer ontwikkeld
lettered belezen; erudiet; geletterd; gestudeerd; hooggeleerd; ontwikkeld; wijs; zeer geleerd; zeer ontwikkeld
marvellous fabelachtig; fantastisch; gaaf; krankzinnig; reuze; te gek; waanzinnig; wijs betoverend; curieus; dolletjes; enig; fantastisch; fenomenaal; geweldig; groots; luisterrijk; magnifiek; miraculeus; opzienbarend; prachtig; puik; schitterend; verbazend; verbazingwekkend; verbijsterend; verwonderend; verwonderingwekkend; verwonderlijk; wonderbaar; wonderbaarlijk; wonderlijk
marvelous fabelachtig; fantastisch; gaaf; krankzinnig; reuze; te gek; waanzinnig; wijs betoverend; curieus; dolletjes; enig; fantastisch; fenomenaal; geweldig; groots; luisterrijk; magnifiek; miraculeus; opzienbarend; prachtig; puik; schitterend; verbazend; verbazingwekkend; verbijsterend; verwonderend; verwonderingwekkend; verwonderlijk; wonderbaar; wonderbaarlijk; wonderlijk
sage belezen; erudiet; geletterd; gestudeerd; hooggeleerd; ontwikkeld; wijs; zeer geleerd; zeer ontwikkeld
sane bedachtzaam; correct; doordacht; nadenkend; pienter; raadzaam; verstandig; weldenkend; wijs; wijselijk; zinnig
sensible bedachtzaam; correct; doordacht; nadenkend; pienter; raadzaam; verstandig; weldenkend; wijs; wijselijk; zinnig intelligent; pienter; rationeel; redelijk; schrander; verstandelijk
smart bedachtzaam; correct; doordacht; geleerd; intelligent; nadenkend; pienter; raadzaam; slim; verstandig; weldenkend; wijs; wijselijk; zinnig adrem; alert; bij de pinken; bijdehand; chic; clever; elegant; esthetisch; gehaaid; gelikt; gevat; gewiekst; gis; goochem; intelligent; kien; kittig; knap; leuk om te zien; modieuze verfijning; oplettend; picobello; piekfijn; pienter; raak; scherpzinnig; schrander; slim; smaakvol; snedig; snugger; spitsvondig; stijlvol; tiptop; uitgekiend; uitgeslapen; verfijnd; wakker
terrific fabelachtig; fantastisch; gaaf; krankzinnig; reuze; te gek; waanzinnig; wijs briljant; excellent; fantastisch; fenomenaal; geweldig; groots; puik; subliem; superbe; uitgelezen; uitgezocht; uitmuntend; uitnemend; uitstekend; voortreffelijk
well-educated belezen; erudiet; geletterd; gestudeerd; hooggeleerd; ontwikkeld; wijs; zeer geleerd; zeer ontwikkeld beleefd; beschaafd; gemanierd; voorkomend; wellevend; welopgevoed
well-read belezen; erudiet; geletterd; gestudeerd; hooggeleerd; ontwikkeld; wijs; zeer geleerd; zeer ontwikkeld
wise bedachtzaam; belezen; correct; doordacht; erudiet; geletterd; gestudeerd; hooggeleerd; nadenkend; ontwikkeld; pienter; raadzaam; verstandig; weldenkend; wijs; wijselijk; zeer geleerd; zeer ontwikkeld; zinnig clever; gis; intelligent; kien; pienter; schrander; slim; snugger; uitgeslapen
AdverbRelated TranslationsOther Translations
course verloop
ModifierRelated TranslationsOther Translations
bright bedachtzaam; correct; doordacht; nadenkend; pienter; raadzaam; verstandig; weldenkend; wijs; wijselijk; zinnig aanschouwelijk; adrem; bijdehand; blij; blijgeestig; blijmoedig; blinkend; bloeiend; clever; dartel; duidelijk; fideel; flagrant; fleurig; flitsend; geestig; gevat; glimmend; hip; intelligent; jolig; kien; kleurig; kleurrijk; knap; kwiek; leuk om te zien; levendig; lustig; modieus; monter; opgeruimd; opgetogen; opgewekt; overduidelijk; pienter; raak; schrander; slim; snedig; snel; snugger; spiritueus; trendy; uitgelaten; uitgeslapen; vlot; vrolijk; wakker; welgemoed; zo klaar als een klontje; zonneklaar; zonnig
right-thinking bedachtzaam; correct; doordacht; nadenkend; pienter; raadzaam; verstandig; weldenkend; wijs; wijselijk; zinnig
scholarly belezen; erudiet; geletterd; gestudeerd; hooggeleerd; ontwikkeld; wijs; zeer geleerd; zeer ontwikkeld
university-educated belezen; erudiet; geletterd; gestudeerd; hooggeleerd; ontwikkeld; wijs; zeer geleerd; zeer ontwikkeld
very learned belezen; erudiet; geletterd; gestudeerd; hooggeleerd; ontwikkeld; wijs; zeer geleerd; zeer ontwikkeld

Related Words for "wijs":


Antonyms for "wijs":


Related Definitions for "wijs":

  1. bepaalde vorm van het werkwoord2
    • 'stop' is gebiedende wijs2
  2. melodie, liedje2
    • hij fluit een vrolijk wijsje2
  3. verstandig, wie veel weet2
    • mijn oma is een wijze vrouw2

Wiktionary Translations for wijs:

wijs
adjective
  1. van groot inzicht getuigend
noun
  1. een melodie
wijs
noun
  1. in grammar
  2. in music
  3. -
adjective
  1. amazing, cool, fantastic, wicked
  2. possessing sound judgement
  3. intellectually deep
  4. wise
  5. showing good judgement

Cross Translation:
FromToVia
wijs wise weise — reich an Wissen und Lebenserfahrung
wijs melody; tune; air; aria mélodie — (musique) suite de sons d’où résulte un chant agréable et régulier.
wijs reasonable; prudent; sensible; judicious; sound; wise; appropriate; becoming; seemly; suitable; proper raisonnable — Qui douer de raison, qui a la faculté de raisonner.
wijs wise; sage; good; reasonable; sensible; prudent; judicious; farsighted; sagacious; sound sage — Qui est prudent, circonspect, judicieux; qui a un sentiment juste des choses. (Sens général).
wijs sane; sagacious; sage; wise sensé — Qui a du bon sens, qui a de la raison, du jugement.