Dutch
Detailed Translations for zich splitsen from Dutch to English
zich splitsen:
Translation Matrix for zich splitsen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
split up | zich splitsen | delen; opdelen; opsplitsen; scheiden; splitsen; uit elkaar gaan; uiteengaan; van elkaar gaan |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
split up | uit elkaar; uit elkander; uiteen; uitelkaar; van elkaar; van elkander; vaneen |