Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. ziekenbezoek:


Dutch

Detailed Translations for ziekenbezoek from Dutch to English

ziekenbezoek:

ziekenbezoek [het ~] nomen

  1. het ziekenbezoek (doktersbezoek; huisbezoek)
    the sick-call; the visiting the sick
  2. het ziekenbezoek

Translation Matrix for ziekenbezoek:

NounRelated TranslationsOther Translations
sick-call doktersbezoek; huisbezoek; ziekenbezoek
visit to a patient ziekenbezoek
visiting the sick doktersbezoek; huisbezoek; ziekenbezoek

Related Words for "ziekenbezoek":

  • ziekenbezoeken