Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. zinderend:
  2. zinderen:


Dutch

Detailed Translations for zinderend from Dutch to English

zinderend:


Translation Matrix for zinderend:

NounRelated TranslationsOther Translations
touching aanraken; aftikken; raken; treffen
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
moving adembenemend; boeiend; meeslepend; opwindend; pakkend; sensationeel; spannend; zinderend aangrijpend; bezielend; boeiend; emotioneel; hartroerend; hartveroverend; inspirerend; ontroerend; pakkend; roerend
sensational adembenemend; boeiend; meeslepend; opwindend; pakkend; sensationeel; spannend; zinderend aandachttrekkend; geruchtmakend; opzienbarend
stirring adembenemend; boeiend; meeslepend; opwindend; pakkend; sensationeel; spannend; zinderend aangrijpend; bezielend; boeiend; emotioneel; hartroerend; hartveroverend; inspirerend; ontroerend; pakkend; roerend
stunning adembenemend; boeiend; meeslepend; opwindend; pakkend; sensationeel; spannend; zinderend aandachttrekkend; beeldschoon; geruchtmakend; opzienbarend
thrilling adembenemend; boeiend; meeslepend; opwindend; pakkend; sensationeel; spannend; zinderend aangrijpend; boeiend; emotioneel; hartroerend; hartveroverend; ontroerend; pakkend; roerend; spannende; zinderende
touching adembenemend; boeiend; meeslepend; opwindend; pakkend; sensationeel; spannend; zinderend aandoenlijk; aandoenlijke; aangrijpend; boeiend; emotioneel; hartroerend; hartveroverend; ontroerend; pakkend; roerend

zinderen:

zinderen verb (zinder, zindert, zinderde, zinderden, gezinderd)

  1. zinderen
    to vibrate with heat
    • vibrate with heat verb (vibrates with heat, vibrated with heat, vibrating with heat)

Conjugations for zinderen:

o.t.t.
  1. zinder
  2. zindert
  3. zindert
  4. zinderen
  5. zinderen
  6. zinderen
o.v.t.
  1. zinderde
  2. zinderde
  3. zinderde
  4. zinderden
  5. zinderden
  6. zinderden
v.t.t.
  1. heb gezinderd
  2. hebt gezinderd
  3. heeft gezinderd
  4. hebben gezinderd
  5. hebben gezinderd
  6. hebben gezinderd
v.v.t.
  1. had gezinderd
  2. had gezinderd
  3. had gezinderd
  4. hadden gezinderd
  5. hadden gezinderd
  6. hadden gezinderd
o.t.t.t.
  1. zal zinderen
  2. zult zinderen
  3. zal zinderen
  4. zullen zinderen
  5. zullen zinderen
  6. zullen zinderen
o.v.t.t.
  1. zou zinderen
  2. zou zinderen
  3. zou zinderen
  4. zouden zinderen
  5. zouden zinderen
  6. zouden zinderen
diversen
  1. zinder!
  2. zindert!
  3. gezinderd
  4. zinderend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for zinderen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
vibrate with heat zinderen