Dutch
Detailed Translations for doorvaren from Dutch to Spanish
doorvaren:
-
doorvaren
Conjugations for doorvaren:
o.t.t.
- vaar door
- vaart door
- vaart door
- varen door
- varen door
- varen door
o.v.t.
- voer door
- voer door
- voer door
- voeren door
- voeren door
- voeren door
v.t.t.
- ben doorgevaard
- bent doorgevaard
- is doorgevaard
- zijn doorgevaard
- zijn doorgevaard
- zijn doorgevaard
v.v.t.
- was doorgevaard
- was doorgevaard
- was doorgevaard
- waren doorgevaard
- waren doorgevaard
- waren doorgevaard
o.t.t.t.
- zal doorvaren
- zult doorvaren
- zal doorvaren
- zullen doorvaren
- zullen doorvaren
- zullen doorvaren
o.v.t.t.
- zou doorvaren
- zou doorvaren
- zou doorvaren
- zouden doorvaren
- zouden doorvaren
- zouden doorvaren
diversen
- vaar door!
- vaart door!
- doorgevaard
- doorvarend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for doorvaren:
Noun | Related Translations | Other Translations |
atravesar | overlopen; oversteken | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
atravesar | doorvaren | doorbreken; doorhakken; doorheen reizen; doorhouwen; doorklieven; doormidden hakken; dwars oversteken; in tweeën houwen; klieven; kloven; overgaan; oversteken; reizen door |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
atravesar | overspannen; overwerkt |
External Machine Translations: