Dutch
Detailed Translations for met stof behangen from Dutch to Spanish
met stof behangen:
met stof behangen verb (behang met stof, behangt met stof, behing met stof, behingen met stof, met stof behangen)
-
met stof behangen (draperen)
cubrir; envolver; drapear; cubrir con tela-
cubrir verb
-
envolver verb
-
drapear verb
-
cubrir con tela verb
-
Conjugations for met stof behangen:
o.t.t.
- behang met stof
- behangt met stof
- behangt met stof
- behangen met stof
- behangen met stof
- behangen met stof
o.v.t.
- behing met stof
- behing met stof
- behing met stof
- behingen met stof
- behingen met stof
- behingen met stof
v.t.t.
- heb met stof behangen
- hebt met stof behangen
- heeft met stof behangen
- hebben met stof behangen
- hebben met stof behangen
- hebben met stof behangen
v.v.t.
- had met stof behangen
- had met stof behangen
- had met stof behangen
- hadden met stof behangen
- hadden met stof behangen
- hadden met stof behangen
o.t.t.t.
- zal met stof behangen
- zult met stof behangen
- zal met stof behangen
- zullen met stof behangen
- zullen met stof behangen
- zullen met stof behangen
o.v.t.t.
- zou met stof behangen
- zou met stof behangen
- zou met stof behangen
- zouden met stof behangen
- zouden met stof behangen
- zouden met stof behangen
diversen
- behang met stof!
- behangt met stof!
- met stof behangen
- met stof behangend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze