Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. shape:


Dutch

Detailed Translations for shape from Dutch to Spanish

shape:

shape

  1. shape

Translation Matrix for shape:

NounRelated TranslationsOther Translations
forma afgieting; afgietsel; conditie; etiquette; figuur; gedaante; gedragslijn; gestalte; gietsel; handelwijze; herleidingskoers; in vorm zijn; inkleding; koers; lichaamslijn; manier; methode; moedervorm; pasvorm; postuur; procedure; schim; silhouet; trant; valuta; vorm; wijs; wijze; wijze van voorstellen; wisselkoers
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
forma shape