Dutch
Detailed Translations for afspatten from Dutch to Spanish
afspatten:
-
afspatten (afvliegen; afspringen)
Translation Matrix for afspatten:
Noun | Related Translations | Other Translations |
rebotar | afketsen; afstuiten; ricocheren; terugkaatsen | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
rebotar | afspatten; afspringen; afvliegen | afketsen; afstoten; afstuiten; afwijzen; butsen; eraf duwen; kaatsen; ketsen; ricocheren; terugspringen; terugstuiten; weigeren |
External Machine Translations: